Lichaamsanalyse
Wil je inzicht in het effect van jouw nieuwe eetwijze op jouw lichaamssamenstelling?
Aan het trainen en benieuwd naar jouw spiermassa?
Of gewoon benieuwd of je goed bezig bent?
Meten is weten!
Mijn weegschaal (bio-elektrische impedantiemeter) vertelt jou:
- Je lichaamsgewicht
- Je Body Mass Index (BMI)
- Je vetpercentage
- Je visceraal vet – dit is het vet tussen je buikorganen
- Je spiermassa (%)
- Je basaal metabolisme (kcal) – dit is de energie die je dagelijks verbruikt in rust
"Het toestel dat ik gebruik is klinisch gevalideerd. Zo kun je zeker zijn van een betrouwbare meting."
Principes van het berekenen van de lichaamssamenstelling
Lichaamsvet geleidt elektriciteit slecht
De bio-impedantiemeter in mijn praktijk bepaalt het lichaamsvetpercentage aan de hand van de bio-elektrische impedantie (BI) methode. Spieren, bloedvaten en bot zijn lichaamsweefsels die veel water bevatten en gemakkelijk elektriciteit geleiden. Lichaamsvet is een weefsel dat minder geleidend is. Het toestel stuurt een zeer zwakke elektrische stroom door jouw lichaam voor het meten van de hoeveelheid vetweefsel. Deze zwakke elektrische stroom voel je niet.
Voor het bepalen van de lichaamssamenstelling maakt het toestel gebruik van de elektrische impedantie en van jouw gewicht, lengte, leeftijd en geslacht.
Het hele lichaam wordt gemeten, zodat fluctuaties niet van invloed zijn
Tijdens de dag trekt het water in het lichaam geleidelijk naar de onderste ledematen. Dat is de reden waarom benen en enkels de neiging hebben ’s avonds op te zwellen. De hoeveelheid water in het boven- en onderlichaam is ‘s morgens anders dan ’s avonds, wat betekent dat de elektrische impedantie van het lichaam ook varieert. De bio-impedantiemeter in mijn praktijk gebruikt voor de metingen elektroden voor beide handen en voeten. Hierdoor is de invloed van deze fluctuaties op het meetresultaat kleiner.
Lees meer:
De BMI wordt berekend met de onderstaande, eenvoudige formule voor de verhouding tussen het gewicht en de lengte van een persoon.
BMI = gewicht (kg) / lengte (m) / lengte (m)
Als het vetgehalte dat door de BMI wordt aangegeven hoger dan de internationale standaard is, is er een verhoogde kans op een aantal veel voorkomende ziekten. Niet alle soorten vet worden echter door de BMI aangetoond.
Het lichaamsvetpercentage is de hoeveelheid lichaamsvet als percentage van het totale lichaamsgewicht.
Lichaamsvetpercentage (%) = [ Gewicht lichaamsvet (kg) / lichaamsgewicht (kg) ] x 100
Afhankelijk van de verdeling van het vet over het lichaam, wordt dit vet als visceraal of als onderhuids vet aangeduid.
Visceraal vet = vet rond de interne organen
Een teveel aan visceraal vet is gelinkt aan verhoogde vetniveaus in het bloed. Dit kan leiden tot welvaartsziekten als hyperlipidemie (verhoogde bloedvetten) en diabetes (suikerziekte). Deze aandoeningen verstoren de overdracht van energie uit het bloed naar de cellen.
Voor het voorkomen of verlichten van welvaartsziekten is het belangrijk de hoeveelheid visceraal vet te verminderen tot een acceptabel niveau.
Mensen met veel visceraal vet hebben vaak een grote buik. Dit is echter niet altijd het geval, maar het visceraal vetniveaus is dan wel hoger dan gemiddeld (zelfs als het gewicht op of onder het ideale gewicht voor de lengte ligt).
Onderhuids vet = vet dat onder de huid ligt
Onderhuids vet verzamelt zich niet alleen rond de buik, maar ook om de bovenarmen, heupen en dijen, en kan de verhoudingen van het lichaam verstoren. Hoewel het niet direct gekoppeld is aan verhoogd ziekterisico, nemen we aan dat het extra druk op het hart veroorzaakt.
Er zijn twee types van spieren in het menselijk lichaam:
- De skeletspieren, die aan de botten zijn vastgehecht en we gebruiken om te bewegen;
- De spieren van de interne organen, zoals het hart en het maagdarmstelsel.
De skeletspiermassa neemt toe door oefening en andere activiteiten. Er kan dan gemakkelijker energie worden verbrand: het basaal metabolisme neemt toe!
Onafhankelijk van hoe actief je bent, is er een minimale hoeveelheid energie nodig voor de dagelijkse functies van je lichaam. Dit wordt het basale metabolisme of rustmetabolisme genoemd, en geeft aan hoeveel caloriën je dagelijks moet eten om jouw lichaam voldoende energie te geven om te functioneren.